Woumen nam donderdag 1 maart 2018
afscheid van volksfiguur Hilaire Syoen (81). Een mens die leefde tussen het
volk, zo kan je Hilaire het beste omschrijven. Als vaderfiguur sprak hij
iedereen lachend aan met ‘mien zeune’ (laatste foto van Hilaire tijdens de nieuwjaarsreceptie van het Bewonersplatform )
Rouwbrief - Hilaire Syoen - Woumen (klik hier)
Interview - Hilaire Syoen - Mien zeune - juni 2002 - De Blankaartklok (klik hier)
Zoon Rik bracht een emotionele en aangrijpende toespraak, tijdens de uitvaartdienst van zijn in de Sint-Andreaskerk Woumen
Beste vrienden,
Een levensloop schetsen van ons
vader is een hele opgave, mede doordat hij zo actief is geweest. Ik doe een
poging.
Reeds van in zijn prille jeugdjaren
zat hij vol energie en dat kwam hem goed van pas om op zijn 14de te
beginnen werken in ‘den bouw’. Op zijn 27ste werd hij zelfstandig
loodgieter en dat was toen letterlijk te nemen. Alle sanitair heeft hij in die
tijd in het klooster vernieuwd en het was de start van een rijkgevulde
carrière. Geen klus was te hoog, te zwaar of te heet. Hoe vaak kwam hij niet
roodgebrand van een dak of platform, nadat hij in de volle zon de roofing stond
te branden? De kerkhaan van de toren halen, als een ware alpinist en met veel improvisatie,
lukte het of eigenhandig een reus in elkaar steken, hij deed het … Op zijn 78ste
zat pépé als eerste op het dak bij Elke en Tom. “Junge Gast’n, ’t eerste joar,
ge kunt doar niet’n van zeg’n” was één van zijn gekende uitspraken.
Vaak vertelde hij ons hoe hij in
zijn jeugd nog gekoerst had, voetbal speelde en ooit nog acteerde in het
toneel. Zo trok hij in ’58, samen met Freddy, met zijn zware moto naar de Expo
op de Heizel. Gepakt en gezakt, sliepen ze er samen in een tentje. Alhoewel,
veel slapen zal er wel niet ingezeten hebben …
Wat ons vooral bijbleef waren de
vele wielerwedstrijden, die hij tijdens zijn 51 dienstjaren delegeerde. Hij was
er streng maar rechtvaardig, wisten de coureurs mij te vertellen en hij
verdiende er veel respect.
Als visser en jager was hij van
kindsbeen mee met zijn vader, Achiel en die microbe beet zich vast tot zijn
laatste dagen. Vaak hoorden we heldhaftige verhalen over wat en hoe er
geschoten of net gemist werd. Dat laatste was meestal een ander, ik dacht Robert
of Gilbert … De uitdrukking “’s nachts in de bak zitten” had voor ons, als kind,
een heel andere betekenis. Van het ogenblik dat er enkele schoten gelost werden
in de Broeken, stak hij Savrine bij moeder in bed en vertrok hij tot ’s morgen
om ‘in de bak’ op eenden te schieten. Toen mocht dit nog.
Ik herinner me nog heel goed toen hij op Kerstdag de feesttafel verliet, om
samen met andere jagers, het wild te redden dat door de overstromingen in de
bomen was gevlucht. Fier als een gieter werden er foto’s van genomen.
De laatste tijd was het jagen te lastig geworden, maar toch was hij paraat. En
het vissen werd voor hem een rustgevende bezigheid. Zijn nieuwe permis voor dit
jaar lag reeds klaar, vertelde moeder, om tot 2 uur na zonsondergang te mogen
vissen.
In de jaren zeventig starten wij,
onder lichte dwang, alle drie als muzikant bij de fanfare ‘Hoger Op’. Ik zal
nooit vergeten hoe hij erin slaagde om, tijdens een repetitie, de partituur van
de grote trom uit zijn bombardon te toveren tot grote verbijsternis van de
dirigent. Iedereen lag er plat van het lachen.
Na de ‘ongewenste’ gemeentefusie in
’77 kwamen er de Prins Carnavalverkiezingen. “We gaan eens laten zien aan
Diksmuide hoe groot Woumen is” en ons vader stelde zich kandidaat. Nooit werd
er met meer overtuiging en uit vrije wil naar het gemeentehuis gegaan om er te
stemmen. Een pendelbus werd ingelegd om de bejaarden (en zusters) uit het
klooster, ook een stemkans te geven. Het was precies een feestdag op het
dorpsplein. Woumen herleefde en bloeide open, de Kermis groeide uit tot wat het
nu is geworden. Jammer dat hij als voorzitter van het kermiscomité, de 40ste
verjaardag zal moeten missen. Zijn speech had hij reeds in gedachten, om alle
medewerkers te bedanken voor hun inzet en om, ondanks meningsverschillen, te
zoeken naar oplossingen en door te gaan, samen met hem.
Groenten kweken was een passie die
hij iedere dag met hart en ziel vervulde. Hij kweekte voor gans de familie en voor
de helft van de straat. Wie langskwam of passeerde als hij vooraan bezig was,
kreeg gegarandeerd sla, tomaten of peterselie mee, gratis en voor niks. In de
keuken zagen we hem niet veel, behalve om zijn ‘zelfgevangen’ palingen klaar te
maken voor vrienden of op Kerstmis voor de familie. Zijn recept bleef geheim. Dat
de keuken er achteraf vuil bijlag, was maar een detail.
Zijn bijnaam ‘me zeune’ kreeg hij
daar hij iedereen zo aansprak, van minister, pastoor of moederoverste tot de
man of vrouw in de straat. Hier en daar zat er wel een ‘duvel’ of een ‘scheuvel’
tussen of mon fils.
Het was niet gemakkelijk om met
zo’n karaktermens samen te leven. Wij en zeker ons moeder, hebben hem met velen
moeten delen. Allemaal voor de goede zaak, het sociaal contact, het
verenigingsleven in Woumen en ver erbuiten. Dat besefte hij de laatste jaren
maar al te goed. Het heeft soms gebotst en er vielen toen harde woorden. Maar
telkens weer werd het stof geblust en vonden we elkaar terug om verder te gaan
en mekaar te steunen in moeilijke tijden. De klein- en achterkleinkinderen werden
zijn lievelingen en hij deed er alles aan om de familie samen te brengen, ‘niet
op een andere, maar hier thuis, zolang dat ik leef’ waren zijn woorden.
Het overlijden van Savrine was een
zware klap. Toen ze ziek werd en thuis was na een zoveelste chemobehandeling,
ging hij iedere dag langs. Gewoon om haar te zien en was ze wakker, dan sprong
hij even binnen. Oe ist, goat het u bitje … Hij geloofde tot op het laatste dat
het goed zou komen …
En vorig jaar volgde dan die zware ingreep. Je hart, eens zo groot voor velen,
was moe en begon te sputteren. Als bij wonder overleefde je de gecompliceerde
operatie. Maar het was echter uitstel, je motor was opgebrand en die bewuste
avond na het bloedgeven, viel deze even stil. Pol deed er nog alles aan om je
te reanimeren en even was er hoop. Het mocht echter niet helpen, je was reeds
vertrokken naar de eeuwige jachtvelden.
Jou gaven en inzet vader, heb je
gelukkig doorgegeven aan je drie kinderen.
Patrick nam de stiel over en werd een vervend jager en visser. Savrine
engageerde zich in het sociale, bij het Rode Kruis en de bloedgevers. En bij
mij bleef het muzikale en het verenigingsleven hangen. Ik kijk wel steeds goed welke
partituur de chef me geeft …
Beste mensen, probeer ons vader,
opa, pépé te gedenken als een warm, sociaal persoon. Heb respect voor elkaar, neem
mekaar onder de arm en smeed hechte banden. Treur niet, maar denk aan wat hij
ons gegeven heeft en ga er straks een goeie pint op drinken.
Santé ‘me zeune’!
Zoon Rik
Homilie door Pr. Bart
Malfait - uitvaart Hilaire Syoen - Woumen, 1 maart
2018
Beste
familie, geachte Woumenaars, broeders en zusters,
de
rood-witte vlag van Woumen hangt halfstok. Woumen neemt afscheid van een groot
dorpsfiguur: Hilaire Syoen. We nemen afscheid van “me zeune”, want vrijwel
iedereen die hij ontmoette noemde hij zo. Zo smeedde hij op zijn heel eigen
manier banden met mensen. Er trekt deze week een koudegolf met een schrale wind
door het land. We zoeken binnen naar warmte. In Woumen krijgt dit een dubbele
betekenis: het is niet alleen buiten koud, met het sterven van Hilaire - deze
sociale mens - krijgen velen het koud in hun hart. We zoeken warmte en troost
bij elkaar. Verhalen over Hilaire die we van de week aan elkaar hebben verteld,
heeft al menig hart verwarmd. De inzet van deze verdienstelijke man is niet te
evenaren. Nu hij ons heeft verlaten, zullen we ook de keerzijde daarvan gewaar
worden. Hilaire zal op vele plaatsen worden gemist. De kilte van zijn
afwezigheid zal nog lange tijd worden gevoeld. Onze gedachten gaan daarbij op
de eerste plaats uit naar zijn familie die hem het meest dierbaar was en naar
allen die dicht bij hem stonden.
Beste
familie en vrienden van Hilaire, in naam van de plaatselijke Kerkgemeenschap
die we met de Pastorale éénheid Sint-Pieter Groot-Diksmuide vormen en in naam
van alle aanwezigen hier, bied ik jullie ons medeleven en gebed aan bij het
overlijden van je echtgenoot, papa, pepe of opa, jullie broer, schoonbroer of
nonkel, jullie geliefd familielid en goede vriend Hilaire. Mogen vooral
dankbaarheid jullie vervullen om een rijk en vol leven dat hem werd gegund.
Mogen jullie tegelijk hoopvol naar de toekomst kijken. Voor wie gelooft in
Jezus Christus is de dood niet zozeer het einde van het leven, maar de overgang
naar een nieuw leven. Dit nieuwe leven kunnen we van hieruit evenwel niet
geheel vatten, maar het is daarom niet minder reëel.
Broeders
en zusters, Hilaire is een rasachte Woumenaar, hier geboren en getogen en hier
altijd gewoond in de Woumenweg 275, waarvan 55 jaar als echtgenoot van Odette.
Hij was werkzaam als zelfstandig loodgieter, maar velen kennen hem ook van uit
het verenigings-leven. Hij was geëngageerd in tal van verenigingen, teveel om
op te noemen. Wat zeker niet onvermeld kan blijven, was zijn functie als West-Vlaams
commissaris bij wielerwedstrijden. 51 jaar lang heeft hij deze functie
waargenomen. Dat betekende dat hij jaarlijks op 50 tot 60 koersen aanwezig was.
En velen herinneren zich nog dat Hilaire in 1977 prins carnaval werd in
Diksmuide. Zo is hier in Woumen voor de eerste keer de Blankaartstoet uitgegaan
als erestoet voor de gevierde prins carnaval en is Hilaire voorzitter geworden
van het kermiscomité ‘De Blankaartvrienden’. En wie kent Hilaire niet van de
lekkere saucissen die hij bakte in zijn kraampje tijdens de kermisweek? Maar
weet je ook dat hij vroeger tuba heeft gespeeld bij de fanfare ‘Hoger Op’ en de
grote trom en bombardon? Odette en Hilaire waren samen bestuurslid van de
vinkenclub, van de kaartclub ‘Met de Muil’ en van de Bloedgevers. En verder
waren vissen, jagen en vooral tuinieren Hilaires favoriete bezigheden. Dit
bruisende leven werd echter een domper opgezet met het overlijden van zijn
dochter Savrien in mei 2016. Na zijn openhartoperatie het jaar nadien was de
sterke man een broze mens geworden, maar hij kwam er voorzichtig weer bovenop.
Al besefte hij zelf wel hoe broos zijn levenskansen waren, zijn heengaan is
toch nog plots gekomen, zonder een woord te kunnen spreken, zonder afscheid …
Geachte
familie, broeders en zusters, nu Hilaire gestorven is, is onze hoop gevestigd
op wat het evangelie zegt. Daar lag een mens uitgeschud en halfdood langs de
weg. Zie eens wat de barmhartige Samaritaan deed. Hij zag hem en was ten
diepste met hem begaan. Hij ging naar hem toe, goot olie en wijn op zijn
rijdier en bracht hem naar een herberg waar hij hem verder verzorgde. Als een
barmhartige Samaritaan al zo omgaat met een halfdode, wat denk je dan dat God
doet met een dode? Onze God is een barmhartige Vader. Zijn liefde is nog
oneindig groter dan die van de Samaritaan. God is ten diepste begaan met mensen
die gestorven zijn. Daartoe heeft Hij zijn eigen Zoon gezonden. Jezus Christus
ziet heel teder naar ons om, verzorgt ons en brengt ons thuis bij de Vader.
Daar zal er weer leven zijn en zal het tot volle bloei komen. Laten we ons door
Jezus Christus bij de hand nemen en op Hem vertrouwen. Laten we Hilaire aan
zijn goede zorgen toevertrouwen. Dan mogen we weer hopen op leven voor hem,
nieuw leven voor tijd en eeuwigheid. Amen.
Pr. Bart
Malfait